Samen werkt beter

Wat versta je onder een goede samenwerking? Op welke manier trek je met andere partijen op en hoe creëer je synergie? We vroegen mensen uit drie verschillende ‘disciplines’ naar hun inzichten en adviezen.

Informeel contact werkt het beste

“Bij het oplossen van een casus zoek ik altijd als eerste de samenwerking op",  vertelt Ben Klasens, Adviserend verpleegkundige Zorgadvies bij CZ zorgkantoor. "Het maakt me daarbij niet uit welke functie iemand heeft, ik bel iedereen. Ik zoek het contact vooral in de menselijke kant, niet in iemands functie. We hebben elkaar echt nodig in de zorg. We moeten voorbij hokjes en vakjes durven denken, voorbij protocollen. Met luchtigheid en een informele benadering kom je veel verder, dan kan ook de creativiteit gaan stromen. Dat is mijn advies: laat richtlijnen los en stel gewoon de vraag: 'Wat zullen we gaan doen?' Binnen CZ wordt samenwerking gestimuleerd. We gaan met aanbieders om de tafel om een casus in te brengen en van elkaar te horen wat we te bieden hebben. Dat laatste is nog hard nodig. Soms kom ik organisaties tegen waarvan ik niet wist dat ze  een bepaald aanbod hebben. Het is belangrijk om van elkaar te weten wat er te koop is in zorgland.  Aanbieders hoeven elkaar niet als concurrent te zien, maar als potentiële samenwerkingspartners. Het kan ook betekenen dat je erkent dat een andere aanbieder een bepaalde cliënt beter kan helpen dan jij."

Praten over belangen geeft ruimte en energie

“In ons werkveld vinden we het van oudsher niet prettig om elkaar aan te spreken op gemaakte afspraken. Daarin mag het iets zakelijker, zonder de menselijke maat en begrip voor elkaars organisatie en werk uit het oog te verliezen", vertelt Etienne van Koningsveld, Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ). "Als we dit beter doen, winnen we in doorlooptijd en kwaliteit van ons werk. Ik ondervind het dagelijks. Ook wordt de samenwerking mooier en gebeuren er soms wonderlijke dingen. Ook in vraagstukken die we als ‘failliet’ beschouwen. Als het gaat om samenwerken, is het voor mij belangrijk dat het probleem van de cliënt centraal staat. Veel casuïstiek loopt vast of raakt verstrikt omdat we dit vergeten, en niet openlijk praten over belangen. Die blijven dan verborgen, vertroebelen en vervuilen. Door vragen te stellen die vaste groepen collega’s elkaar niet durven te stellen, ontstaat er weer nieuwe ruimte en energie. Ik wil iedereen aanraden om het echt samen te doen en elkaar wat te gunnen. Als iedereen dit doet, met het vizier scherp op het vraagstuk, lukt het eigenlijk altijd. Als het niet lukt, komt dat meestal doordat we ons te eigenwijs opstellen en elkaar te weinig gunnen.”

Beeldbellen

Zoek eerst de verbinding

“De kunst van samenwerken is je eigen werkwijze durven loslaten. Deze uitspraak van kinderarts Van Lier vormt voor mij de kern van samenwerken", vertelt Anne-Riet van Haaren, Coördinator Expertiseteam regio Midden-Brabant. "Tegelijkertijd gaat het niet vanzelf. Voor het loslaten moet je je eerst verbonden voelen met anderen. Daarom probeer ik in een samenwerking altijd eerst verbinding te maken door mensen meer ‘kleur te geven’. Bij een voorstelrondje vraag ik deelnemers bijvoorbeeld om iets persoonlijks te vertellen. Mensen zijn méér dan hun functie en als je gesprekken wat persoonlijker maakt, creëer je openingen en ontstaat er ruimte om het ‘andere’ in het gesprek binnen te brengen en om de grenzen van je eigen oordeel op te rekken. Zo’n persoonlijke aanpak moet natuurlijk bij je passen. Je moet er de lol van inzien, je moet het leuk vinden om mensen te ontmoeten en oprecht nieuwsgierig zijn naar hun beweegredenen, ook als de samenwerking even niet goed gaat. Stel dan vragen: Leg het me uit? Natuurlijk niet veroordelend, maar oprecht geïnteresseerd. Dan ga je mensen begrijpen. Als je ziet onder welke druk iemand werkt, snap je bijvoorbeeld beter waarom hij bijvoorbeeld ‘nee’ zegt. Ik geloof oprecht dat iedereen die in de zorg werkt, goede intenties heeft"

Dit artikel is onderdeel van het OPaZ magazine 'De Aanpakkers'. Een volledig overzicht van de artikelen is te vinden in het voorwoord van programmamanager Elke Buis.