Alleen door samen te werken stel je de jongere centraal

Samenwerken in het belang van de jongere, het lijkt logisch. Toch blijkt het in de dagelijkse praktijk van de jeugdzorg vaak een uitdaging. Justin Mul en Frank Wienen, oprichters van zorginstelling Rubix zorg, vertellen over hun werkwijze en het belang van een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen. “Door samen te werken en kennis aan elkaar over te dragen stel je de jongere centraal. Doe je dat niet, dan verlies je wat ons betreft het doel uit ogen, namelijk: goede zorg organiseren.”

Frank Wienen en Justin Mul

Vanuit jarenlange ervaring en expertise biedt Rubix zorg intensieve specialistische ambulante jeudghulp. “We haken aan bij een casus en blijven zolang als nodig is. We stemmen af op en met de jongere,” vertelt Frank Wienen. Enerzijds om te voorkomen dat een jongere in de residentiële jeugdzorg geplaatst wordt en anderzijds om nazorg voor jongeren die vanuit de geslotenheid terugkeren in hun eigen omgeving te faciliteren. Daarbij gelooft de organisatie in de eigen kracht van deze, als heftig en zwaar bestempelde, jongeren. “Soms hebben jongeren in een bestaande casus net iets extra’s nodig, waarvan de jeugdbeschermer denkt dat Rubix zorg het kan bieden. Wij worden dan gevraagd mee te denken. Voor andere partijen die al aanwezig zijn, zoals gesloten instellingen en gezinshuizen, kan dat lastig zijn. Iedereen is gewend zijn eigen ding te doen. In het begin werden we dan ook regelmatig gevraagd wat wij nog kwamen doen. Waar wij dan constant op hameren is dat wij willen samenwerken. We proberen een brug te slaan tussen hulpverlener en de jongere. En als het kan, dan gaan we er weer uit.”

Voordeel

“We kijken altijd in het belang van het kind,” vult Justin Mul aan. “Onze expertise is inspelen op wat er nodig is. We hebben geen vaststaand product, maar gaan echt naast de jongeren staan. We proberen de vertaalslag te maken tussen andere zorgorganisaties en de jongeren, dat werkt heel goed.” Wienen: “Als jij als organisatie gelooft in wat je doet en de kwaliteit die je levert, dan is het geen bedreiging als een andere partij het goed doet. Op het moment dat een andere partij betrokken wordt bij een bestaande casus, hebben zij waarschijnlijk kennis in huis die wij niet hebben. Daar kunnen wij alleen maar ons voordeel mee doen. We zien de ander niet als concurrent.”

In gesprek

Wat maakt een goede samenwerking? “Dat je met elkaar in gesprek bent”, vindt Mul. “En dat je op elkaar afstemt wat je doet, wie de leiding neemt en je bewust bent van de manier waarop je dat doet. Het gaat er voor mij niet om welke organisatie er voor me zit, maar om welk mens. Kan ik de ander meenemen in wat wij doen en waarom we het zo doen?” Volgens Wienen is het voor een goede samenwerking belangrijk dat je elkaars sterke kanten naar boven probeert te brengen. “Dat de ander jou aanvult op de punten waar jij minder goed in bent.” Een voorbeeld is een casus waarbij een alleenstaande moeder met meerdere kinderen ondersteuning krijgt. “Een pittige casus,” licht Justin toe. “Hier wordt echt goed samengewerkt met de gezinsondersteuner. Wij zijn er voor de jongere, de gezinsondersteuner is er voor de moeder. De ambulante hulpverlener en gezinsondersteuner vullen elkaar aan, en nemen zaken van elkaar over als het nodig is. Er is steeds afstemming tussen beiden, dat loopt gesmeerd.” Het gaat er ook niet om wie tot de jongere weet door te dringen, vindt Wienen. “Het gaat erom dat je op een gegeven moment niet
meer nodig bent. Dat die jongere een toekomst tegemoet gaat zonder dat daar allerlei hulpverleners bij betrokken zijn.”

Frank Wienen en Justin Mul
Frank Wienen (links) en Justin Mul (rechts)

De gouden tips van Rubix zorg voor een goede samenwerking

  • Maak strakke afspraken over wie wat doet en wie de leiding heeft
  • Waar vul je elkaar aan? Durf dat te benoemen en maak er in de praktijk gebruik van
  • Blijf met elkaar afstemmen en stuur bij waar nodig
  • Het belangrijkste: zet altijd de jongere (cliënt) centraal!

Dit artikel is onderdeel van het OPaZ magazine 'De Aanpakkers'. Een volledig overzicht van de artikelen is te vinden in het voorwoord van programmamanager Elke Buis.