Ondersteunde communicatie (OC)

Ondersteunde communicatie is de inzet van alternatieve communicatievormen en communicatiemiddelen voor mensen die niet of moeilijk spreken.

Vormen van ondersteunde communicatie

Vormen van ondersteunde communicatie (OC) zijn bijvoorbeeld:

  • (eenvoudige) gebaren
  • verwijzende voorwerpen
  • lichaamstaal
  • pictogrammen
  • geschreven woorden of letters
  • OC-hulpmiddelen als spraakcomputers en communicatieboeken

De meeste mensen gebruiken meer vormen van ondersteunde communicatie. Al deze vormen zijn even belangrijk. Er is géén vaste volgorde waarin deze vormen zich ontwikkelen of aangeboden moeten worden.

Zie de website van ISAAC-NF voor een uitgebreid overzicht. ISAAC-NF is de belangenvereniging van mensen die ondersteunde communicatie gebruiken.

Voor wie is ondersteunde communicatie geschikt?

Iedereen die niet of moeilijk praat kan een vorm van ondersteunde communicatie gebruiken. Dit geldt voor ieder ontwikkelingsniveau.

Het gaat bijvoorbeeld om mensen die niet spreken door autisme, motorische en/of neurologische problematiek, een hersenbeschadiging of bepaalde syndromen.

Video

Zie de video Het succes van OC voor een introductie op het gebruik van ondersteunde communicatie.

Waar kunt u terecht?

Vergoeding

Hulpmiddelen voor ondersteunde communicatie kunnen vergoed worden. Het gaat om spraakvervangende hulpmiddelen, zoals lettersets, symbolensets en spraakcomputers (van software voor een eigen tablet tot geavanceerde oogbestuurde spraakcomputers).

De vergoeding is geregeld in twee zorgwetten: de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Welke wet geldt, is afhankelijk van de situatie.

Vergoeding vanuit de zorgverzekering

De vergoeding komt meestal vanuit de zorgverzekering. Namelijk voor:

  • Mensen die thuis/zelfstandig wonen. Bijvoorbeeld met hulp of zorg vanuit de gemeente (Jeugdwet, Wmo), zorgverzekeraar of zorgkantoor (Wlz-zorg thuis).
  • Mensen die in een Wlz-instelling wonen zónder Wlz-behandeling.
  • Mensen die in een Wlz-instelling wonen en Wlz-behandeling krijgen van een andere instelling.

Spraakvervangende hulpmiddelen komen in deze situaties uit het basispakket van de zorgverzekering. 

U vraagt het hulpmiddel aan bij uw zorgverzekeraar. Vraag uw zorgverzekeraar vooraf naar de voorwaarden. Bijvoorbeeld welke informatie u moet aanleveren, of u vooraf toestemming moet vragen en welke leveranciers volledig vergoed worden.

De zorgverzekeraar besluit of het hulpmiddel wordt vergoed. Bent u het niet eens met het besluit?

  1. U kunt een klacht indienen bij uw zorgverzekeraar. De SKGZ legt dit stap voor stap uit.
  2. Komt u er niet uit met uw zorgverzekeraar? Dan kunt u bij de onafhankelijke geschillencommissie (SKGZ) terecht

Vergoeding vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz)

Spraakvervangende hulpmiddelen worden alleen vanuit de Wlz betaald voor mensen die:

  1. in een Wlz-instelling wonen, én
  2. in diezelfde instelling behandeling krijgen. Dit heet 'verblijf met behandeling'.

De instelling krijgt budget om benodigde hulpmiddelen te betalen. U vraagt het hulpmiddel dus aan bij de zorgaanbieder die verblijf met behandeling biedt. De zorgaanbieder kan het zorgkantoor vragen de helft mee te betalen. Het zorgkantoor betaalt echter maximaal € 5.000.

Aanpassingen, reparaties en onderhoud worden helemaal door de Wlz-zorginstelling betaald.

Kan of wil de instelling uw spraakvervangend hulpmiddel niet betalen? Dan kunt u (of uw vertegenwoordiger) het zorgkantoor vragen om bemiddeling.

Praktische tips bij de aanvraag

De belangenvereniging voor gebruikers van ondersteunde communicatie geeft praktische tips voor de onderbouwing van de vergoeding van spraakcomputers. Zie hiervoor: Vergoeding OC-middelen op de website van ISAAC-NF.