Onderwijs voor leerlingen met een ziekte of beperking

Ieder kind heeft recht op onderwijs. Ook kinderen die langdurig ziek zijn of een beperking hebben. Er zijn verschillende regelingen om onderwijs voor deze leerlingen mogelijk te maken.

Onderwijs is belangrijk, juist ook voor leerlingen met een ziekte of beperking. Zieke leerlingen krijgen vaak veel medische zorg, wat spanning met zich meebrengt. Een veilige schoolomgeving kan dan houvast geven. Schoolwerk vraagt aandacht en geeft structuur aan de dag. Veel kinderen vinden het fijn om contact te houden met klasgenoten. En het is belangrijk om leerachterstand zo veel mogelijk te voorkomen. 

Welke mogelijkheden zijn er?

Er zijn verschillende mogelijkheden om onderwijs te waarborgen voor zieke leerlingen. Het kan gaan om leerlingen die vanwege ziekte (regelmatig) helemaal thuis moeten blijven, leerlingen die in het ziekenhuis worden opgenomen en leerlingen die deels naar school kunnen komen.

Voorbeelden zijn:

Een aangepast onderwijsprogramma

Kan een leerling het standaard programma niet volgen vanwege een ziekte of beperking? Dan is een aangepast programma mogelijk. Denk aan:

  • Minder vakken.
  • Langere tijd per vak, bijvoorbeeld door een jaarprogramma over meerdere jaren uit te spreiden of door een beperkt aantal vakken tegelijk aan te bieden.
  • Starten met een creatief vak als het concentratievermogen te laag is voor een "leervak".
  • Vrijstelling van vakken die lichamelijk te zwaar zijn, zoals gymnastiek.

Een opleiding op maat biedt vaak het meeste perspectief.

Aangepaste toetsen en examens

De exameneisen geven scholen behoorlijk ruimte voor individuele invulling. Voor sommige aanpassingen is overleg met de onderwijsinspectie nodig. Voorbeelden van aanpassingen zijn:

  • Meer tijd geven om toetsen te maken.
  • De begintijd van een toets aanpassen.
  • Een aparte ruimte bij toetsen of examens.
  • Examens bij de leerling thuis afnemen.

Het Ziezon Examendossier 2024 geeft een overzicht van alle mogelijkheden voor aanpassing van het examen voor zieke leerlingen.

Onderwijs op afstand en thuisonderwijs

Er zijn steeds meer mogelijkheden voor onderwijs op afstand. Enkele mogelijkheden:

Ook onderwijs aan huis kan een optie zijn, bijvoorbeeld door docenten van school, stagiaires, studenten of buddy's. Mogelijke materialen hierbij zijn:

Via IVIO@School is volledig thuisonderwijs mogelijk.

De bekostiging van afstands- en thuisonderwijs kan via het reguliere bedrag dat de school per leerling ontvangt of vanuit de budgetten die beschikbaar worden gesteld door regionale samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs.

Het is belangrijk dat bij het organiseren van afstands- of thuisonderwijs altijd de behandelaar van de leerling betrokken is. De behandelaar kan namelijk goed inschatten of dit passend is.

Medische zorg en/of begeleiding

Zo nodig kan ook verpleging/verzorging en/of begeleiding bij gedragsproblemen op school worden georganiseerd.

Tips voor de school en/of ouders

Eén regisseur

Zorg dat één persoon (klasse-docent, mentor, decaan) de regie houdt over het schoolprogramma van de zieke leerling. Zorg voor een plan van aanpak of zet de afspraken die worden gemaakt op papier.

Ga in gesprek

Het klinkt als een open deur, maar het is wel één van de belangrijkste tips: een gesprek tussen school en de leerling/ouders. Wat vindt de leerling zelf belangrijk? Wat is de onderwijsbehoefte? Bijna alle jongeren met een ziekte of beperking willen graag naar school. Vaak hebben zij zelf praktische, goed uitvoerbare oplossingen om zo goed mogelijk onderwijs te kunnen volgen.

Tools die helpen bij het gesprek:  

  1. Waaier Zorgeloos naar school 
  2. Lepeltheorie van Christine Miserandino, die patiënten helpt om gericht om te gaan met schaarse energie. De van oorsprong Engelse theorie wordt op verschillende Nederlandstalige websites uitgelegd, zoals Reuma Nederland.
  3. De Balanskaart is ontwikkeld voor op het werk, maar het idee is ook bruikbaar in het Onderwijs. De kaart helpt uit te leggen hoe anderen kunnen zien of het goed gaat, minder goed of niet goed, en wat ze kunnen doen.
  4. De PEP-meter (pijn en/of energieproblemen-meter) geeft leerlingen en studenten meer inzicht in hun belastbaarheid en welke activiteiten pijn en vermoeidheid veroorzaken.
  5. De Gesprekshulp voor school is ontwikkeld voor leerlingen met (een vermoeden van) autisme, maar is breder bruikbaar. De gesprekshulp is een lijst met gesprekspunten over leren, denken en gedrag op school. 

Aandacht voor broers en zussen

Een kind met een ziekte of beperking heeft impact op het hele gezin. Ook op de broers en zussen van de zieke leerling. School kan voor hen een vertrouwde omgeving zijn, die structuur en veiligheid biedt. Het is goed om als school ook naar hen om te zien. Ziezon schreef voor leraren een handleiding.

Schakel zo nodig hulp in

Komen de leerlingen, ouders en de school er niet uit? Ook niet met het samenwerkingsverband passend onderwijs?

Het kan dan helpen om een onafhankelijk persoon in te schakelen.

  1. Een onderwijsconsulent kan ouders en scholen begeleiden, adviseren en bemiddelen bij het vinden van geschikt onderwijs met extra ondersteuningsbehoefte. 
  2. Een begeleider passend onderwijs  begeleidt leerkrachten, school en leerlingen in hun ondersteuningsbehoeften en draagt bij aan een ononderbroken ontwikkeling, goede schoolloopbaan en ontwikkelingsperspectiefplan. Meer informatie vindt u bij het samenwerkingsverband in de regio.  
  3. Consulenten onderwijsondersteuning zieke leerlingen kunnen onderwijs, school en zieke leerling ondersteunen. 
  4. Ook de leerplichtambtenaar kan meedenken over oplossingen als een leerling geen onderwijs krijgt. De leerplichtambtenaar is onafhankelijk. Als het op school niet goed gaat met uw kind en u komt er met de school niet uit, dan kunt u de leerplichtambtenaar bellen voor informatie of advies. 
  5. De regionale expertteams (RET’s) zetten zich voor passende hulp bij kinderen en jongeren met complexe zorg- en/of onderwijsvraag. In elke jeugdregio is een regionaal expertteam ingericht.  

Is uw kind niet ingeschreven bij een school?

Om onderwijs te organiseren is een inschrijving bij een school nodig. In de praktijk blijkt dat niet altijd te lukken. De leerplichtambtenaar kan meedenken als er geen school is waar uw kind ingeschreven kan worden.

Zie ook Leerlingen die vastlopen op school.

Vrijstelling van leerplicht

Leerlingen tot 16 jaar zijn leerplichtig. Als een leerling niet naar school komt, kan dat gevolgen hebben. Zie Rijksoverheid.nl voor meer informatie hierover. Het is van belang dat de leerling, ouders, school met elkaar in gesprek gaan als een leerling door een ziekte of beperking (gedeeltelijk) geen les kan volgen.

Overstap naar volwassenonderwijs

Lukt het niet om het voortgezet onderwijs af te ronden? Leerlingen vanaf 18 jaar kunnen kiezen voor een instelling voor voortgezet volwassenenonderwijs (VAVO). Onder bepaalde voorwaarden kunnen leerlingen vanaf 16 jaar hier terecht. Het VAVO biedt onderwijs op vmbo-tl, havo en vwo-niveau.

Leerlingen in het VAVO volgen onderwijs per vak en kunnen per jaar een of meer deelcertificaten halen. Uiteindelijk kunnen die worden omgezet in een diploma. Op grond van behaalde resultaten op de oude school (examendossier, eventueel behaalde examenresultaten) zijn vrijstellingen mogelijk.

De student betaalt zelf de kosten voor het VAVO. Soms is een tegemoetkoming mogelijk. Meer informatie staat op Rijksoverheid.nl: