Stappenplan hulpmiddel aanvragen bij gemeente
Heeft u (of uw kind) hulpmiddelen of woningaanpassingen nodig vanwege een ziekte of beperking? Die worden meestal vergoed door de gemeente. Hieronder staat een stappenplan om de aanvraag zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Woont u in een zorginstelling, zoals een verpleeghuis of instelling voor gehandicaptenzorg? Kijk dan bij Hulpmiddelen bij Wlz-zorg.
1. Aanvraag
Vraag uw hulpmiddel/aanpassing zo vroeg mogelijk bij de gemeente aan. Ook als u nog niet goed overziet welke middelen u nodig heeft. Sommige hulpmiddelen hebben namelijk een levertijd. Ook zijn aanpassingen aan uw woning niet altijd snel klaar. En voor de gemeente is het belangrijk om op tijd te weten dat er een aanvraag is voor complexe problematiek.
Doe officieel een aanvraag of melding. Dit kan via de website van uw gemeente of per e-mail. U hoort meestal binnen drie dagen een bevestiging te krijgen. Houd dit goed in de gaten.
2. Functioneel advies
Wmo-consulenten zien veel mensen met verschillende aandoeningen. Zij kennen misschien niet alle ziektebeelden en beperkingen.
Uw behandelaar/arts geeft een functioneel advies. Dit doen zij in overleg met u. Samen bespreekt u welke hulpmiddelen nodig zijn en wat er misschien moet gebeuren in huis.
Voor complexe aanvragen kunt u samen met een ergotherapeut of uw revalidatieteam een advies voor de gemeente opstellen. Het advies van deze professional(s) is voor de gemeente belangrijk om uw aanvraag te beoordelen.
3. Gesprek met de gemeente
De gemeente gaat met u in gesprek. (Dit wordt vaak 'keukentafelgesprek' genoemd). In dat gesprek praat u bijvoorbeeld over:
- welke hulpmiddelen u nodig heeft,
- of u nog kunt werken,
- hoe u woont,
- of u naasten heeft.
Het kan prettig zijn om een naaste, een onafhankelijk cliëntondersteuner of een ervaringsdeskundige mee te nemen naar dit gesprek. Voor een onafhankelijke cliëntondersteuner kunt u bij uw gemeente terecht, of ga naar dit overzicht.
Bereid het gesprek goed voor. Schrijf bijvoorbeeld uw vragen en argumenten alvast op, of maak een persoonlijk plan.
4. Persoonlijk plan
U kunt op basis van het functioneel advies een persoonlijk plan maken. Vraag aan uw gemeente of er een format van een persoonlijk plan beschikbaar is. De gemeente moet dit plan binnen een week na de melding krijgen. De gemeente moet uw persoonlijk plan betrekken bij haar onderzoek.
In het persoonlijk plan kunt u beschrijven:
- wie u bent;
- wat uw situatie is;
- waarom u ondersteuning vraagt;
- wat voor u belangrijk is (nu en in de toekomst);
- Waarbij u ondersteuning nodig heeft en wat u zelf kan oplossen;
- waarom u kiest voor welke hulpmiddelen;
- welke woningaanpassing u nodig heeft;
- welke zorgverleners er betrokken zijn;
- waarom u bepaalde zorg voor een (on)bepaalde tijd wilt inzetten.
Het helpt als u uw persoonlijk plan laat aansluiten op het advies van uw behandelend (revalidatie)arts.
Een voorbeeld van een persoonlijk plan vindu u op zozorgik.nl en www.pgb.nl.
5. In natura of pgb
Overweeg wat in uw situatie het beste is: zorg in natura of een persoonsgebonden budget (pgb). Bij zorg in natura bepaalt de gemeente uit welke hulpmiddelen u kunt kiezen. Een pgb geeft meer vrijheid, maar u moet ook meer zelf regelen en verantwoorden.
6. Eigen bijdrage
Voor de Wmo betaalt u een vaste eigen bijdrage per maand. De bijdrage hangt niet af van uw inkomen. Voor een rolstoel en kindervoorzieningen (niet nagelvast) geldt geen eigen bijdrage.
Het CAK bepaalt de eigen bijdrage.
Bron
Dit stappenplan is gebaseerd op de Wegwijzer voor een complexe zorgvraag van de VNG.