Maaltijdondersteuning
Maaltijdondersteuning kan om verschillende redenen nodig zijn. Bijvoorbeeld als u niet zelf kunt koken, het bestek niet vast kunt houden, vanwege slikproblemen of omdat u uit zichzelf niet gaat eten.
Maaltijdondersteuning is geregeld in verschillende wetten:
- de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo): gemeente
- de Zorgverzekeringswet (Zvw): wijkverpleging
- de Wet langdurige zorg (Wlz): zorgkantoor
In de praktijk is niet altijd meteen duidelijk waar u moet zijn.
De volgende afbakening is van belang:
- Hulp bij het eten en drinken. Denk aan het bereiden en klaarzetten van de maaltijd, iemand herinneren aan de maaltijd, toezicht tijdens maaltijd en het toedienen van eten en drinken.
- De maaltijdvoorziening. Denk aan kant-en-klaar maaltijden, of een vrijwilliger die boodschappen doet.
Maaltijdondersteuning vanuit de Wlz
Heeft u een indicatie voor Wlz-zorg? Dan valt maaltijdondersteuning onder de Wlz. Daarbij geldt:
- Hulp bij het eten en drinken is mogelijk bij alle leveringsvormen: in een instelling of thuis met een volledig pakket thuis (vpt), modulair pakket thuis (mpt) of persoonsgebonden budget (pgb).
- De maaltijd zelf valt alleen onder de Wlz voor mensen die in een instelling wonen en voor mensen met een volledig pakket thuis (vpt). Mensen met een modulair pakket thuis (mpt) of persoonsgebonden budget (pgb) kunnen bij de gemeente terecht voor een maaltijdvoorziening op grond van de Wmo.
Maaltijdvoorziening vanuit de Wmo
De gemeente biedt ondersteuning bij de maaltijd als u dit nodig heeft om zelfstandig te kunnen blijven wonen en geen beroep kunt doen op zijn netwerk. De ondersteuning bij maaltijden verschilt per gemeente. Voorbeelden zijn een vrijwilliger die u helpt met boodschappen doen, of bezorging van magnetronmaaltijden.
De gemeente kan ook maaltijden leveren aan mensen met Wlz-zorg thuis die een modulair pakket thuis (mpt) of persoonsgebonden budget (pgb) hebben. Benodigde ondersteuning wordt vanuit de Wlz (zorgkantoor) georganiseerd.
Hulp bij eten en drinken vanuit de Zvw
Hulp bij het eten en drinken kan worden vergoed vanuit de zorgverzekering als iemand ‘behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’ heeft. Een wijkverpleegkundige stelt dit vast.
Zie voor meer informatie de website van V&VN.
In een spoedsituatie
Signaleert de wijkverpleegkundige dat een cliënt hulp nodig heeft bij de maaltijd die niet onder de Zvw valt? Dan geeft zij dit signaal door aan de gemeente. Om ervoor te zorgen dat de cliënt direct hulp krijgt, levert de wijkverpleegkundige voor twee dagen deze veronderstelde Wmo-ondersteuning zelf. De gemeente beoordeelt vervolgens aan de hand van de ondersteuningsbehoefte van de cliënt of de maaltijdondersteuning inderdaad vanuit de Wmo 2015 geleverd moet worden. Bij spoed neemt de gemeente binnen twee dagen de ondersteuning over.
Wat kunt u doen als het niet duidelijk is?
U kunt contact opnemen met het Juiste Loket.