Deels thuis, deels in instelling wonen (deeltijdverblijf)

Deeltijdverblijf (of deeltijdwonen) is een combinatie van thuis én in een instelling wonen. Dit is mogelijk voor kinderen en volwassenen met een indicatie voor Wlz-zorg.

Deeltijdverblijf houdt in dat u (of uw kind) per 2 weken gemiddeld 7, 8 of 9 dagen in een instelling woont. Dit kan in verschillende patronen. Bijvoorbeeld:

  • Een week in een instelling en een week thuis.
  • Iedere week 4 etmalen in de instelling, de andere dagen thuis.
  • De ene week 5 en de andere week 4 dagen in de instelling, de andere dagen thuis.

Leveringsvormen

Wlz-zorg kan op verschillende manieren geleverd worden. Voor deeltijdverblijf geldt:

  • Het verblijf in de instelling wordt geregeld als zorg in natura. De aanbieder heeft hierover afspraken met het zorgkantoor.
  • Voor de zorg thuis kunt u zelf regelen met een persoonsgebonden budget (pgb), of door een zorgaanbieder laten regelen vanuit een modulair pakket thuis (mpt). Een combinatie van pgb en mpt is ook mogelijk.

Hoe regelt u deeltijdverblijf?

  • Vraag of uw zorgaanbieder deeltijdverblijf aanbiedt.
  • Ook het zorgkantoor kan u informeren.
  • Uw zorgaanbieder kan u helpen bij het aanvragen van deeltijdverblijf bij het zorgkantoor
  • Het zorgkantoor stelt vast of deeltijdverblijf in uw situatie verantwoord en doelmatig is. Het zorgkantoor beslist over uw aanvraag.

Huisarts, tandarts en apotheek

U behoudt de eigen huisarts, tandarts en apotheek, onafhankelijk van het aantal etmalen deeltijdverblijf. Dat heeft een aantal praktische gevolgen:

  • Bezoeken aan de huisarts en tandarts regelt u zelf, ook als u (of uw kind) werk- of dagbesteding heeft. Houd er rekening mee dat u ook zelf mee moet gaan.

Vervoer

Naar de dagbesteding of -behandeling

Het vervoer naar dagbesteding of dagbehandeling wordt altijd vanuit de Wlz vergoed. Zowel vanuit huis als vanuit de instelling.

Op de wisseldagen van huis naar de instelling en andersom)

  • Heeft u of uw kind recht op ziekenvervoer? Dan kan de zorgverzekeraar het vervoer vergoeden als aan de polisvoorwaarden is voldaan. Het vervoer kan plaatsvinden met de eigen auto, met een taxi of met openbaar vervoer.
  • In de andere gevallen moet u zelf zorgen voor het vervoer.

Vergoeding van hulpmiddelen bij deeltijdverblijf

Wie hulpmiddelen en aanpassingen vergoedt, hangt samen met het soort hulpmiddel/aanpassing en het gemiddelde aantal etmalen per week dat u of uw kind logeert of in de instelling verblijft.

  • Roerende voorzieningen, zoals een tillift.
    De Wlz-instelling verstrekt deze voorzieningen voor de dagen in de instelling. Voor thuis kunt u een tweede exemplaar bij de gemeente of zorgverzekeraar aanvragen, als het hulpmiddel thuis nog niet aanwezig is.
  • Individuele mobiliteitshulpmiddelen, zoals een rolstoel.
    • Heeft de cliënt al mobiliteitshulpmiddelen vanuit de gemeente? Dan blijft de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud en aanpassingen van deze hulpmiddelen. Vaak kunnen deze hulpmiddelen vervoerd tussen de instelling naar huis. Tweede exemplaren zijn dan niet aan de orde.
    • Nieuwe mobiliteitshulpmiddelen worden vanuit de Wlz betaald. Dat geldt ook voor vervanging van het 'oude' hulpmiddel vanuit de gemeente.
  • Hulpmiddelen in verband met de in de instelling gegeven zorg
    Normaal gesproken worden deze hulpmiddelen vanuit de Wlz betaald. Bij deeltijdverblijf ligt dat anders. De zorgverzekeraar kan deze hulpmiddelen dan vergoeden, zowel thuis als in de instelling.

Zie ook: algemene informatie over hulpmiddelen bij Wlz-zorg.

Eigen bijdrage bij deeltijdverblijf

Mensen van 18 jaar en ouder betalen altijd een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor Wlz-zorg.

Bij deeltijdverblijf is de eigen bijdrage als volgt geregeld:

Voor kinderen en jongeren tot 18 jaar geldt geen eigen bijdrage.